Komt een swami langs een brug ….

Laatst voor de tweede keer sexueel opgewonden wakker geworden. (In India dan). Deze keer droomde ik van een tamelijk complexe situatie. In woorden zou het iets zijn als: volg deze bedachte gedachte, streef een situatie na die de opwinding vergroot en dat zal leiden tot bevrediging. (Het perverse streven).
Ergens werd ik wakker, als gezegd in opgewonden staat. De voor mij bekende scan ontrolde zich: waar ben ik, wie ben ik, wat is de context, wat is de aard en oorsprong van deze droom. Ook was er het besef van een theoretische keuzemogelijkheid: of verder dromen en het gedroomde doolhof binnendringen, of meditatief, bewust passief, me openstellen voor het ontvouwen van alle strevingen die in die droomconstructie aan het ‘werk’ waren. Deze laatste keus koos zichzelf. Dan volgt een tijdje van meer en meer ontspannen in de opwinding die zich als dan als vanzelf en na verloop van tijd opeens te hebben opgeheven.
De context in deze is zeker deels en wederom de plek waar ik ben: Suddhanand Ashram. Daar heb ik vorig jaar een Advaita Vedanta cursus gevolgd bij swami Suddananda, een vlotte prater die vrij snel na ons vertrek in een sexschandaal bleek te zijn beland. Omdat die ashram sindsdien min of meer stil ligt, en Diederik een inmiddels ex devotee kent, die daar een huisje in eigendom heeft dat dus leegstaat, zijn we hier verzeild geraakt. De swami is vorig jaar ontzet uit al zijn functies en had besloten zich terug te trekken in de Himalayas.
Tot onze verbazing kwam de swami een paar dagen geleden opeens terug.
Er woont hier in de ashram nog een devotee van die swami, een van oorsprong Indiaase uit Hongkong.. Toen ik haar vroeg  me iets meer te vertellen over wat er zoal gebeurd is het afgelopen jaar, zei ze iets als ‘Oh no no no, it was all a misunderstanding. No no no. Such a great man’.
Ik maakte, in overreaktie op zoveel verduistering, duidelijk wat ik hem zou vragen als hij, wat ik nog betwijfelde, inderdaad zou terugkomen: waarom heb je je monnikspij niet afgelegd?
Afijn, hij kwam terug, en ik heb het hem gevraagd. Ja, ik ben me er eentje. (Is van Herman Finkers).
Dat gesprek met die swami heb ik na tien minuten beeindigd. Zinloos om met die man eerlijk in gespek te willen komen. Hij is nog steeds een Bunch of 1 liners.

Er was natuurlijk ook de immer aanwezige manuele uitweg geweest, in mannenkring bekend staand (sic!) als het edele handwerk. Dat kan natuurlijk altijd, zoals laatst in Kanchipuram. Maar dat is een ander verhaal dat ik wellicht nog eens vertel. ‘k Moet trouwens onwillekeurig denken aan die mop die mijn loodgieter laatst vertelde (hoi Sander):
“Er is bij mij in de buurt een brug en daar zit ‘s ochtends vaak een man te vissen. Het viel me op dat die man dan aan de ene kant en dan aan de andere kant van de brug zit en ik werd nieuwsgierig. Dus laatst vroeg ik hem waarom hij dan eens aan deze, dan weer aan gene zijde van de brug vist. Nou, zegt die man, dat is heel simpel. Als ik wakker word en mijn piemel ligt naar links dan ga ik aan deze kant van de brug zitten. Ligt ie naar rechts dan ga ik aan de andere kant zitten.” ‘Maar wat dan als ie naar het midden wijst’, vroeg Sander hem toen. ‘Ja’, zegt die man, ‘dan ga ik niet vissen’.

Print Friendly, PDF & Email
This entry was posted in mijn weblog and tagged . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Are you a robot ? * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.