Nogmaals De God van Kleine Dingen

tumblr_ml1hmeaqGR1qhqrjko1_500

 

 

 

 

 

Heb inmiddels alweer een paar dagen geleden het lezen van het eerder genoemde boek voltooid.

 

 

Afgezien ervan dat het boek een voor mij intrigerend motto heeft,  zijn er ook wat citaten die bleven hangen en/of die ik nog eens heb opgezocht.
Ik volg de neiging er een stukje citaten van te maken.

Een ervan is duidelijk gerelateerd aan het motto.
Laat mij daarmee beginnen.

Nooit meer zal een verhaal worden verteld alsof het het enige is. 
John Berger.

Het citaat daarmee duidelijk verwant is het langst:
Het gaf niet dat het verhaal al was begonnen, want bij Kathakali hadden ze al lang geleden ontdekt dat het geheim van de Grote Verhalen ligt in het feit dat ze geen geheimen hébben. De Grote Verhalen zijn verhalen die je al kent en steeds opnieuw wilt horen. Waarbij je overal kunt binnenvallen, waar je behaaglijk in kunt wonen. Ze bedriegen je niet met spanning en kunstige ontknopingen. Ze verrassen je niet met iets onverwachts. Ze zijn je vertrouwd als het huis waarin je woont. Of als de huidgeur van je geliefde. Je weet hoe ze aflopen en toch luister je alsof dan niet zo is. Net zoals je weet dat je ooit doodgaat, maar leeft alsof dat niet zo is. Bij de Grote Verhalen weet je al wie er blijft leven, wie er doodgaat, wie er liefde vindt en wie niet. En toch wil je het opnieuw weten.
     Dát is hun mysterie, hun magie.

Verwant met de eerder geciteerde tekst op de achterflap is deze:
Wonderlijk zoals de herinnering aan een sterven soms zoveel langer in de herinnering voortleeft dan het leven dat het heeft weggenomen.

Maanschijven te over:
De magere priester lag op de verhoogde veranda te slapen op een mat. Bij zijn kussen stond als een stripboekversie van zijn dromen een koperen schaal met munten.
De binnenplaats was bezaaid met maanschijven, in iedere modderplas één.

Laa-Tur:
‘Beloof me dat jullie altijd van elkaar zullen houden,’ zou ze zeggen terwijl ze haar kinderen naar zich toetrok.
Dat beloofden Estha en Rahel. Ze konden de woorden niet vinden om haar te vertellen dat er voor hen geen Elk en geen Ander bestond. 
Tweelingmolenstenen en hun moeder. Murwgebeukte molenstenen. Wat ze gedaan hadden, zou terug komen om ze leeg te zuigen. Maar dat zou Later zijn.
Laa-tur. Een holgalmende klok in een bemoste waterput. Eng en harig als nachtvlinderpootjes.

Slotscene van een vrijpartij tussen een gewaardeerd timmerman/architect (die echter een Onaanraakbare is) en een vrouw van ‘de familie’.
De vrijpartij wordt later gebruikt om hem via een valse getuigenis te laten ‘arresteren’, wat hem dus het leven kost.
Ook wordt hij door de vakbondsleider waar hij tijdens de avond  van de ‘valse getuigenis’  op bezoek was en die dus wist van zijn onschuld, om weer een ander belang domweg aan de heidenen overgeleverd. Wat de schrijfster het laatste citaat deed opschrijven, waarbij de religie dus het socialisme/communisme/de vakbond is.

Uit de knoop:
Ze lag tegen hem aan. Hun lichamen glad van het zweet. Ze voelde zijn lichaam van haar wegdraaien. Zijn ademhaling werd rustiger. Ze zag zijn blik verhelderen. Hij streelde haar en voelde dat de knoop die in hem nu los was bij haar nog zinderend strak stond. Zachtjes draaide hij haar op haar rug. Met zijn natte doek veegde hij het zweet en de aarde van haar af. Hij ging over haar heenliggen en zorgde dat hij niet met zijn gewicht op haar drukte. Er drongen kiezeltjes in de huid van zijn onderarmen. Hij kuste haar ogen. Haaar oren. Haar borsten. Haar buik. De zeven zilveren zwangerschapsstriemen van haar tweeling. Het streepje dons dat van haar navel naar haar donkere driehoekje leidde, dat hem vertelde waar ze wilde dat hij heenging. De binnenkant van haar benen waar haar huid het zachts was. Toen tilden timmermanshanden haar billen op en raakte een Onaanraakbare tong het binnenste van haar aan. Om lang en diep te drinken uit haar kom.

En tot slot dus deze aloude en toch weer verhelderende tweedeling:
En daar had je het weer. Weer een religie die zich tegen zichzelf keerde. Weer een bouwwerk opgericht door de menselijke geest en neergehaald door de menselijke aard.

Print Friendly, PDF & Email
This entry was posted in mijn weblog. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Are you a robot ? * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.