Behept met openhartigheid en een sterke drang daartoe.

IJsmaan-2

Het is volle maan zag ik daarstraks toen ik even opkeek van mijn gezwoeg.
Maar dat was inmiddels gister. Heb er een nachtje over geslapen en er is meer. Gaat ie.

Een paar dagen geleden zag ik een interview met Tommy Wieringa over zijn boek De dood van Murat Idrissi. Bij een paar van zijn zinnen dacht ik dat hij een mooie metafoor neerzette voor de spanning tussen mij en mijn familie, de spanning tussen mij als spontaan vragend kind en de van angst en taboe doortrokken geloofsopvattingen van de cultuur van mijn jeugd, de spanning tussen dorp, platteland en stad. Ik heb dat stukje uit dat interview opgeschreven:

Tommy Wieringa: “Dat heeft het verhaal gaandeweg gewonnen, dat het steeds sterker is geworden het element over dat leven tussen Nederland en Marokko: dat ongelooflijk ingewikkelde bestaan tussen de eisen die een modern liberaal, vrijzinnig land als Nederland aan je stelt en de problemen die ze ervaren vanuit hun achtergrond. Namelijk ouders die veel traditioneler zijn, waar de religieuze ziekte steeds sterker wordt, sterker dan dat ze in Marokko zou zijn geweest.”

Carolina Trujillo: “Ziekte  noem je dat?”

“Ja, ja. Ik vind dat die steeds vernauwende, eh, religieuze toewijding, die vind ik wel heel problematisch ja. En dat zie je dus ook, dat deze meisjes, die leven echt in spagaat. Die leven ook een min of meer geheim leven wat hun ouders niet kunnen zien. Dus ja, ik geloof wel dat je dat zo kunt noemen ja.”

Van de ene cultuur naar de andere en weer terug.
Dat kan dus bijna niet.
Mensen verlaten hun cultuur heel vaak vanwege de onvrijheid die daar is.
Maar dan blijken ze de vrijheid hier niet aan te kunnen en worden ze hier nog conservatiever dan ze thuis al waren.
Maar de kinderen die hier naar school gaan worden langzaam maar zeker Nederlanders en daarmee vrijer.
Interculturele generatiekloof is het gevolg.
En dan valt het woord geheim als vanzelf.

Ik herken dit heel sterk.
Ik vluchtte uit een dorp naar de stad.
En ontdekte pas decennia later hoe dat onprettige gevoel heet dat er altijd was: ballingschap.
Als je eenmaal naar de stad gevlucht bent, weg van de beklemming van het dorp, van het dorpse geloof en wat al niet, dan kun je niet meer de stad uit: alles daarbuiten is dorp.
Raar is dat: ruimtelijk gevangen in de zo gezochte vrijheid.

Wat ik ook herken is het begrip ‘waar de religieuze ziekte steeds sterker wordt‘.|
Het is iets dat op grote en kleine schaal, en dat weer op grote schaal, gebeurt in de wereld:
de beweging weg van de onzekerheden van de omgeving, de boze buitenwereld, in de richting van geloofde zekerheden, geloofszekerheden.
We hoorden al tien jaar geleden dat dit ook gebeurde bij een van de kinderen van ‘oom en tante’. Geheel diep en diep gelovig, lid van een streng christelijke sekte.
De dorpse ouders zijn dan trots op hun kind, en wij van de stad zien dat gedrag dan, zeker als we ons verdiept hebben in dit soort fenomenen, als verslavingsgedrag, als onbewuste pogingen weg te komen en te blijven van het nijlpaard in hun systeem, in hun gezin, in hun familie.
Helaas hoorden we onlangs dat de kleinkinderen van dat kind van die oom slachtoffers zijn geworden van seksueel geweld.

Ik geef hier niet de directe link naar het nieuws daarover. Wel kan ik zeggen dat ik na lezing ervan aan mijn zus dit schreef: (Ik citeer mijn hele, wat lange mail, geanonimiseerd)
Citaat.

On maandag 26-06-17 21:27, Hans van der Gugten wrote:

God wat triest.
En ook zo verwacht in feite.
Ik kan het zo snel niet vinden, maar ik heb het idee dat ik er wel eens wat over heb opgeschreven richting jullie.
In de tijd dat ik over het nijlpaard begon.
Ik kan het niet nazoeken want ik heb mijn exemplaar net dit weekend uitgeleend aan vriend Jan die erom vroeg nadat hij het in Gerina’s boek zag vermeld.

Uit mijn geheugen puttend: die schrijver noemt allerlei verslavingen op een rijtje, alcohol, seks, gokken en ook sektarische godsdienstbeoefening.

Aan dat laatste deed de alom geprezen neef, staand en hardop bidden bij het eten enzo.
Ik heb in die tijd nog wel zitten zoeken naar die gemeente waarbij hij was aangesloten.
En had sterke angst, zo niet vermoedens dat daar ook wel iets zou opduiken.
Nou daar is het dan.

Het roept bij mij een mix aan emoties op.
Ik merk dat ik  gevoelig ben voor bevestiging van het nut van mijn zo vermaledijde en aangevallen actie.
In die zin ben ik ook trots op wat ik deed.
Wat ik ook zie gebeuren is een neiging mezelf kwalijk te nemen dat ik niet jaren eerder die knoop heb doorgehakt.
Nee, eerder het te betreuren.
Maar de belangen lagen nu eenmaal zoals ze lagen.
Door en voor mij, gegeven alle gegevens, kon het niet anders.

Daardoor kwam mijn actie pas op gang, onstuitbaar en tot ieders verbijstering, op de avond na de begrafenis van onze moeder.
Er was niemand die zich kon voorstellen dat ik jarenlang de dagen had geteld.

En nu dus weer slachtoffers, de omslag van een bedachte God in het hoofd als excuus, naar “Ik had de duivel in mijn hoofd” als excuus.
(…….).
Ik merk dat ik opnieuw de neiging krijg om die krijsende nicht een mail te sturen met een link naar het boek van Gèrina.
Met de opmerking erbij dat het misschien toch niet zo’n slecht idee is om geheimhoudingen niet in stand te houden.

Einde citaat.
(De zojuist genoemde neiging heeft geleid tot deze blog).
Het doorbreken van geheimhouding is bedreigend en moeilijk, het is hard werken.
Het in stand houden, het laten voortduren van geheimhouding leidt tot meer ellende.
Zoals ze in die schrijnende tv-spotjes zeggen:
“Het houdt niet op, niet van zelf.

 Het houdt niet op, niet van zelf.

 Het houdt niet op, totdat je iets doet”.
https://www.youtube.com/watch?v=qZWuc9jRd-M

 

Als je in een geloof wordt opgevoed en je gelooft als vanzelfsprekend wat je geacht wordt te geloven, zonder te stuiten op onverteerbare paradoxen, dan kan je probleemloos een gelovig leven leiden.
Maar als je van het vragende type bent, zoals ik was, en de volwassenen gaan stotteren van je vragen en ze reageren geïrriteerd, dan is er een probleem.
Afijn, story of my life. Ik ben nog steeds op zoek, na lange omwegen toch weer bij spirituele zaken beland en momenteel lezend in de toelichting op de Bhagavad Gita.
Las net gister een stukje tekst van de schrijver, Swami Dayananda Saraswati, over wat geloof is. Zij doen daar niet aan, zij gaan uit van het bestaan van iets dat je God kunt noemen, en hebben een volstrekt intellectuele uitleg van alles daaromtrent. Ze doen dus in feite niet aan geloven als zodanig.
Over geloof/geloven zegt Dayananda: een geloof vraagt helemaal niet om een uitleg; je gelooft gewoon. Het enige dat nodig is, is dat het geloof wordt benoemd. Waarom mensen over geloof schrijven gaat ons begrip te boven. Het geloof (dat wat geloofd wordt) hoeft alleen maar eerlijk te worden benoemd. Een geloof benoemen is precies wat een geloof is. (Bhagavad Gita Home Study Course, deel 2 pagina 307, 308).

Kortom, je mag en kan geloven wat je maar wil. Maar over de waarheid van wat je gelooft is geen discussie mogelijk. En als je wat je gelooft zeker weet, hoef je het niet te geloven.
Verdomd, dat vroeg ik als jongen al aan mijn moeder: Geloof jij in God?
Ja.
Weet je zeker dat God bestaat?
Ja.
Dan weet je het dus zeker. Dan hoef je het toch niet te geloven!!
Tsja, pijnlijke jeugdherinneringen.

Dan ben ik nu aangeland bij waar dit stuk gister mee begon:
Half augustus 2010 schreef ik onder de titel ‘Een paar ….. op de i.’ nog een email aan de mensen die ik liet meelezen met de schrijfsels mijn worsteling met een familiegeheim betreffende.
Ik sloot af met ‘Ik ga deze verzendlijst opheffen.Het ga ons goed.

Na vele jaren gebeuren er een aantal zaken waarop ik middels deze als blog vermomde email ga reageren. Een soort eenmalige update aan de mensen op die verzendlijst.

Ik loop al een week te kijken, me af te vragen of, en te bekijken hoe dat dan wat de inhoud betreft moet worden samengesteld, wat de toon zal moeten zijn, wat wel, wat niet.

Dat maalt en kolkt dan wat rond in buik en brein, met mezelf als kritische beschouwer.
Ook lees ik dan oude dingen weer na, zoek wat begrippen op, vraag me af of ik steun van anderen van node heb, in de vorm van citaten of video’s bijvoorbeeld.
En ben me er natuurlijk van bewust dat als je mensen die sterk vastgenageld zitten aan hun overtuigingen iets probeert uit te leggen dat haaks staat op wat ze al zo lang vinden of zich dat zichzelf tegen beter weten in blijven wijsmaken, dat dat hen nog weer kan sterken in hun ‘geloof’ in eigen gelijk.
Dat risico is er altijd, en roept de vraag op of je mensen ondanks dat mechanisme toch moet proberen van informatie te voorzien.
(Over mijn rol en mijn neiging toch weer te gaan reageren op dingen schreef ik een vriend
deze zin: ‘Ik zie ook dat iets in mij maar steeds verbeten de strijd aan wil gaan met wat in
feite ongeïnformeerdheid is.’).

Zo heb ik dus onlangs toch even de woordenboekbetekenis van zowel smartengeld en zwijggeld opgezocht.
Waarom? Eigenlijk te gênant om uit te leggen.

Ooit werd aan mijn zus onder grote psychologische druk een hoeveelheid geld betaald als smartengeld. (Ze heeft het briefje nog).
In een deel van de familie heet dit geld sinds jaar en dag zwijggeld en in plaats van het besef dat het betalen van zwijggeld een onderwereldpraktijk is, hangt er voor een aantal mensen de onwrikbare verwachting aan dat iemand daarmee levenslang is dichtgeplakt.
En, hoorde ik laatst, ook en nog steeds door mensen die mij dit al 5 jaar en langer geleden lieten weten en die ik toen ook heb duidelijk gemaakt dat dat een criminele en inhumane verwachting is, bovendien gebaseerd op een misvatting. Vandaar mijn kijkje in het woordenboek:

Zwijggeld: Omkoopsom bedoeld om iemand zijn mond te laten houden over een zaak die niet in orde is. (http://www.encyclo.nl/begrip/zwijggeld)

Smartengeld: Smartengeld is een tegemoetkoming (geld) voor de geleden immateriële schade die iemand heeft ondervonden. (http://www.encyclo.nl/begrip/smartengeld)

Hoezo dit alles?
Vele jaren heb ik persoonlijk nogal geleden onder geheimhouding.
Ik denk dat ik als persoon of karakter daar overgevoelig voor was. Een soort samenspel van krachten. Opgevoed met een boze God die je overal zag, gecombineerd met een onuitgesproken verbod op alles wat met seksualiteit te maken had, een volstrekt stilzwijgen in woorden over dat onderwerp, maar gevoelsmatig was het leven en vooral die levensenergie die seks heet loodzwaar beladen en gevaarlijk.
En toen kwam het moment dat ik werd ingewijd in een familiegeheim over incest.
En toen dat geheim werd doorbroken, ontstond er in plaats van veel lucht daaromtrent een nieuw geheim. Onder zware psychologische druk natuurlijk weer.
Tegen dat geheim heb ik mij steeds openlijk verzet en heb mij laten chanteren met het welzijn van mijn moeder.
De chanteurs waren gewend aan verdringing en verdrongen ook het door mij als feit beleefde feit dat we een heldere afspraak hadden. Dus toen mijn moeder zover heen was dat ik vond dat haar belang niet meer als argument kon tellen begon ik maar weer eens over het beëindigen van die afspraak. Oei, dat was niet helemaal de bedoeling, bleek al snel. Een aanwezige nicht begon luid tegen mij te krijsen. Terwijl ze in mijn naïeve wereldbeeld juist aan mijn kant zou moeten staan. Wat bleek, ze had binnen haar gezin/huwelijk verzwegen dat zij van het geheim wist en had daarmee een sub-geheim, dat door mijn wens ook werd bedreigd.
Weer liet ik mij chanteren. Met als gevolg dat ik op de avond van de begrafenis van mijn moeder weer erover begon. Enzovoort en zo verder.
In eerste instantie begon ik aan de ontmanteling van het zogenaamde tweede geheim met als drijfveer iets als de oudste broer neemt het op voor zijn zus.
Maar mijn zus wilde dat helemaal niet, toen althans.
Toen heb ik voor mezelf moeten ophelderen of er nog iets te handelen overbleef.
Voor mijzelf was het mij duidelijk dat ik als persoon, als individu, niet meer wenste mee te werken aan welk geheim dan ook.
Dat heb ik helder gekregen, door steeds op te schrijven wat ik ontdekte, en te laten weten wat ik vond dat er zou moeten gebeuren. Ik heb dit proces langzaam maar zeker en tamelijk onstuitbaar doorlopen. En heb daarbij alleen mensen laten meelezen waarvan ik wist dat ze al van het geheim op de hoogte waren. En heb me in die tijd in de ogen van nogal wat mensen als een idioot gedragen. En ook veel kritiek over me heen gekregen.
Maar, met dank aan mijn Protestantse Opvoeding, ik had iets zoals Luther had met het op de deur van de kerk in Wittigen spijkeren van zijn stellingen tegen de aflaathandel in de Roomse kerk: hier sta ik, ik kan niet anders.

Afijn, de hoeveelheid teksten die ik in die jaren produceerde en waarvan een deel ook al sinds jaar en dag op mijn website staat, zijn genoeg voor een stevig boek. Misschien komt het er nog eens van.

Ik heb wat zitten teruglezen. Op mijn website en in mijn email-archief.

Een paar zinnen uit oude mails:

“Waar geheimhouding de norm is, wordt het spreken van de waarheid verderfelijk
genoemd. Wat uit het oog wordt verloren is dat bij geheimhouding belang wordt gediend.
Met als gevolg dat het opkomen voor een tegengesteld belang als ongewenst gedrag wordt
bestempeld. Ontgifting (detoxificatie) gaat van au en moet in kleine stapjes, vooral als de
onthouding van het sluipend gif ook gepaard gaat met onthoudingsverschijnselen.
Ontwenning van het sluipend gif alcohol bijvoorbeeld dient te geschieden onder
specialistische medische begeleiding omdat  onthouding levensbedreigend kan zijn. ”
April 2010.

“Ik kan mijn vader en mezelf niet los zien van de  ingevreten verdoving door het sluipende
vergif dat geheimhouding heet. En daaraan werk ik. Behoedzaam en zonder veel
waardering. Tot nu toe.” Mei 2010.

“Het is met geheimhouding als met drank: je weet dat het niet okay is om eraan vast te
zitten. Maar als we er aan vastzitten, gaan we onszelf wijsmaken dat het goed voor ons is.
Op z’n minst maken we onszelf dan wijs dat we niet meer zonder kunnen.
In de verslavingszorg heet dat het ontkenningssyndroom.” Mei 2010.

Hier een paar blogs uit die tijd:

Festen, juni 2011. https://hansvandergugten.nl/?p=612

Brief aan en over mezelf in de vorm van: Brief aan Tante, november 2013. https://hansvandergugten.nl/?p=2560 (Tekst uit 2009, daar gaat het al over het zogenaamde zwijggeld).

Uitgesteld gesprek. Het antwoord van de dominee beantwoord / een prettig vuurwerk gewenst, december 2013. https://hansvandergugten.nl/?p=2842

Afijn, alles losgelaten. Op gegeven moment kwam mijn zus in beweging.
Zeker beïnvloed door mijn actie en zeker als onderdeel van mijn actie gevoed met nieuwe kennis en informatie.

Nogmaals afijn, dit alles heeft geresulteerd in een boek.
In haar beleving had mijn zus haar ervaringen verwerkt.
Toch blijkt nu dat de rol van de altijd maar als vanzelfsprekend aanwezig geweest zijnde geheimhouding een veel grotere rol heeft gespeeld in haar leven dan ze had gezien of vermoed. Tot in de subtitel van haar boek gaat het erover:
Als je de woorden weet. Overleven met een familiegeheim.
Hier is een link naar haar boek, op een plek waar mijn eigen recensie visueel goed uitkomt: https://www.hebban.nl/recensies/hans-over-als-je-de-woorden-weet

Op de website van de uitgever staat ook een videogesprek met mijn zus: http://nieuwedruk.nl/boek/als-je-de-woorden-weet.html

Over recensies gesproken.  Al decennia heb ik contact met Ojas de Ronde. Ik leerde hem kennen toen ik iemand om hulp vroeg om een knoop in mijn buik te ontwarren die ontstaan was door mijn bezoek aan Rajneeshpuram. Dan moet je met die man gaan praten wees Rani Ojas aan. Zie https://hansvandergugten.nl/?p=3282

In weer een ander blog staat een youtube waarin Ojas vertelt over het ego, ook leuk.
https://hansvandergugten.nl/?p=1397

Ojas de Ronde schreef mij een reactie na het lezen van het boek van Gèrina en ik vroeg hem of hij er een publicabele recensie van wilde maken. Dat heeft hij gedaan:
Citaat.
Als je de woorden weet.
 
Incest. Het is een uiterst complex, duister, vervelend, pijnlijk en stroperig onderwerp als je er zelf of je familie mee te maken hebt gehad. En het blijft bij je als een wond die maar niet wil genezen. Totdat je de moed hebt het drukkende stilzwijgen te verbreken. Dan kan het gebeuren plotseling tot diepe levenslessen leiden, niet alleen voor jezelf maar ook voor anderen die deze woorden horen.  

Dat gevoel kreeg ik toen ik de autobiografische roman van Gèrina van der Gugten las. In heldere, herkenbare en eerlijke taal beschrijft ze de incest  in haar jonge leven, hoe dit de banden met haar familie en anderen verziekte  en hoe ze de tenslotte het hele gebeuren  heeft kunnen doorleven, overstijgen en loslaten. 
 
Moedig en met veel pijn en moeite heeft de auteur zich daarna al schrijvend kunnen ontworstelen aan een  stinkende doofpot-cultuur, waarbij de deksel langzaam maar onontkoombaar open ging. En daarbij kwamen tenslotte alle spelers  als mooie, echte, levenskrachtige, ruziënde en elkaar weer omarmende mensen uit de verf.  
 
Af en toe was ik diep geroerd door de dingen die beschreven werden, omdat ze zo herkenbaar konden worden vastgelegd. Heel raak typeert de auteur op een gegeven moment de situatie (en dat herken ik ook heel goed): ‘Ik ben uit de vastgevroren familiecode gestapt. Ik ging niet meer mee in de allesoverheersende loyaliteit. Toen ik daar uitstapte kreeg ik zoveel weerstand. Iedereen wilde de cirkel gesloten houden. De mantel der liefde kan een mottig vies vod zijn.’
 
Ieder die zich wil ontworstelen aan een systeem dat op onderdelen rot is maar waarin je blijft vastzitten omdat je van de mensen houdt, zal zich herkennen in dit boek. Al lezend wordt het je duidelijk dat de doorbraak niet meer is tegen te houden als je beseft dat je niet meer in leugens kunt leven. Natuurlijk wordt dat niet door iedereen in dank afgenomen, maar de filosoof Plato  wist al dat ‘boodschappers van de waarheid’ steeds worden aangevallen. Totdat iedereen de stinkende wond ziet en de helende waarheid als een bevrijding openbreekt. 

Drs. Ojas Th. de Ronde, onafhankelijk theoloog
Einde citaat.

Print Friendly, PDF & Email
This entry was posted in mijn weblog and tagged . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Are you a robot ? * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.