Opgaan in schermen

schermen

 

 

 

 

 

Onlangs liet ik een vriendin iets op mijn computer zien.
Zij stond schuin achter mij en ik keek dus voor mij naar scherm en keyboard.
Opeens vroeg ze of ik iets wilde zeggen tegen haar vriend in New York.
What?
Ik moet er nog steeds erg aan wennen dat mensen bijvoorbeeld gaan staan whatsappen met iemand aan de andere kant van de oceaan (My bonnie is over the ocean) als ze een paar seconden moeten wachten.

Nu voor het eerst eens opgezocht wat bonnie betekent, ik had altijd zoiets in gedachten als ‘mijn schatje’. Mooi niet:

My Bonnie Lies Over the Ocean is a traditional Scottish folk song.
The origin of the song is unknown.
It is often thought that the subject of the song refers to Charles Edward Stuart (Bonnie Prince Charles) after the defeat of the Prince at the Battle of Culloden in 1746.

En, verrassing, The Beatles met My Bonnie:
httpv://www.youtube.com/watch?v=-GNrVb-HtZ4

Ik dacht aan bovenstaand beschreven voorvalletje toe ik vanmorgen een stukje las op Neder-L, geschreven door Marc van Oostendorp.

Ik geef de hele tekst hier, hoewel de link erheen zou volstaan:

Het gevecht om het lezen

Door Marc van Oostendorp
 

 

Dat het internet het lezen verdringt – meegaan met een boek, opgaan in een boek, ondergaan in een boek – dat is inmiddels al een oude klacht en misschien een die je op het eerste gezicht niet serieus zou nemen omdat hij in een lange geschiedenis past van soortgelijke klachten. Werd er toen wij kinderen waren niet al gezegd dat wij niet meer zouden lezen omdat er zoveel tijd opging aan de tv? En lazen wij terwijl onze ouders elkaar uit Neil Postman’s Amusing Ourselves to Death voorlazen, niet rustig verder in Oorlog en Vrede?

Toch is er een verschil. Die eerdere klachten over ontlezing betroffen – ondanks het woord ourselves in Postmans boek – altijd anderen. Het waren de jongeren die hun tijd verspilden met de bioscoop of de tv en daardoor niet meer aan lezen toekwamen. De klachten over internet gaan over onszelf: ze zijn gebaseerd op observaties van het eigen gedrag van degenen die erover schrijven.

Een mooi artikeltje is dat van de Britse schrijver Tim Parks (goede schrijver, lees zijn boeken) in The New York Review of Books, dat ‘Lezen: de worsteling‘ heet, en waarin hij beschrijft hoe lastig het is om nog te blijven lezen:

Alleen maar even

Gisteren nog vertelde een slimme jonge promovendus me dat het zijn hoogste doel was om niet vaker dan eenmaal per uur zijn e-mail te checken, hoewel hij betwijfelde of hem dat op korte termijn zou lukken. Het was nu meer zoiets als iedere vijf tot tien minuten. Dus zijn er als we lezen meer onderbrekingen, meer momenten waarop we stoppen en weer doorgaan, meer input van buiten, minder rustpunten waar de geest zich even kan vastzetten. Niet alleen word je de hele tijd onderbroken; je bent geneigd tot onderbreking. En dus is er meer en meer energie nodig om in contact te blijven met een boek, in het bijzonder met iets langs en ingewikkelds.

Parks wijst er ook op dat er nog wel heel lange boeken geschreven worden, maar dat die boeken minder ingewikkeld lijken te worden. Dat lijkt me moeilijk te meten, maar misschien kan iemand er eens onderzoek naar doen (een maat verzinnen voor ingewikkeldheid, en zien of de gemiddelde complexiteit van de top-10 van literaire boeken met het doordringen van het mobiele internet).

De televisie was een eenvoudig obstakel. Het stond ergens anders dan op je bureau, je kon er met enige inspanning nog voor kiezen het niet aan te zetten. Maar internet is inmiddels overal – je kunt je mobiele telefoon naast je boek leggen, je kunt je voorhouden dat je ‘alleen maar even’ naar je e-mail kijkt.

Stuiven

Er zijn dus veel krachtiger maatregelen nodig: je moet het jezelf onmogelijk maken om nog naar je e-mail en je sociale media te kijken. De Amerikaanse essayist Corey Robin (goede schrijver, lees zijn boeken) vertelt bijvoorbeeld dat hij expres lange reizen maakt in de ondergrondse om ongestoord te kunnen lezen. Parks heeft het ook al over de trein.

En ik zou ook niet meer zonder mijn dagelijkse forenzenreisje kunnen. De tv interesseert me niet, maar de verleiding van de e-mail ken ik ook, en het vraagt soms ook wat van mijn zelfdiscipline om mijn boek niet neer te leggen omdat mijn telefoontje piept. Ik denk dat ik ook al minder lees dan tien jaar geleden: toen las ik denk ik drie of vier boeken per week, nu zijn het er ongeveer twee. Mijn werk is niet ingewikkelder of veeleisender geworden, mijn privé-leven is niet op een interessante manier anders. Het belangrijkste verschil is de komst van het mobiele internet. De lezer zit permanent in een kantoor waar ieder moment iedereen binnen kan komen stuiven met taart en gezellige verhalen.

Je kunt je van alles en nog wat afvragen over deze ontwikkeling. Wat zou er veranderen aan de wereld wanneer nooit meer iemand De boeken der kleine zielen leest? Zou dat een rampzalig effect hebben? Maar vooral: hoe zal dat allemaal in zijn werk gaan, die langzame aanpassing van de literatuur aan de nieuwe omstandigheden? Daar zou ik nu weleens een dik boek over willen lezen.

Print Friendly, PDF & Email
This entry was posted in mijn weblog. Bookmark the permalink.

One Response to Opgaan in schermen

  1. jetty says:

    heb je geschreven na het concert gisteren? het zelfde geldt natuurlijk ook voor naar muziek luisteren zonder je te laten storen… groetjes, Jetty

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Are you a robot ? * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.